op straat is het donker verlaten en stil.
de mensen staren ijzig en kil.
ze verdwijnen in kroegen zo zwart als de nacht.
na dagen van zwoegen, pronkend met hun macht.
het groene goud barst uit hun zakken.
en jong en oud drinkt, alcohol uit liter pakken.
blowt en snuift,
de realiteit er uit, tot het morgenlied luid.
Molecule voor molecule:
ik ontmoet dagelijks nieuwe mensen.
dagelijks een nieuw slachtoffer, die hevig onderworpen word aan strenge analyses, die ik dan molecule voor molecule afbreek tot ik de kern bereik en hun werkelijke gezicht te zien krijg.
want mensen zijn net monsters, dag in dag uit verkleed alsof het Halloween is.
Een roedel wolven in schaapskleren, waar ik als een slang kruipend door hun stampende voeten ga.
oren open, neus op scherp, observeert mijn helder oog hun gedrag en kopieert mijn zoete tong hun teksten.
waar zij dan later als gehypnotiseerd naar luisteren.
onder het gezelschap van deze monsters voel ik mij niet uitgezonderd, want ook mijn wegen treden op duistere plekken en malafide daden. alles om te overleven en vooruit te komen. voort naar die dag waarop ik haar tegen zal komen, de engel tussen de demonen. die mij af zal breken molecule voor molecule en verder dan de kern nog iets puurs zal vinden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten