Even iets uit mijn gedachten zetten.
Ik moet aan iets anders denken.
Mijn hart klopt in mijn keel en mijn ogen tranen.
Woorden branden op mijn tong, maar praten kan ik niet.
Gevoelens die zich een weg naar buiten willen banen.
Ze zeggen als je ouder word dat je dan wijzer ben.
Dat je leert van vallen en weer opstaan.
Maar mijn benen trillen,
bij de gedachte aan doorgaan.
Kon ik deze gedachtes maar achter me laten.
Kon ik maar vergeten waarom ik er zoveel om geef.
Mijn hart ten ruste leggen
en blij zijn dat ik leef.
Maar ergens blijft er iets knagen.
Een gevoel dat ik iets kwijt ben geraakt.
Dat er iets mist als ik in mijn reflectie kijk.
Alsof er iets stuk is gemaakt.
Ik schrijf mijn gedachten van me af.
In de hoop dat het me oplucht.
Ik stap eventjes uit mijn eigen schaduw.
Voordat ik gelijk weer terug vlucht.