vrijdag 16 november 2012
DE BETOVERDE VERHALEN VERTELLER, DEEL 1
DE BETOVERDE VERHALEN VERTELLER, DEEL 1
Er komt een oude man van de berg naar beneden gewandeld.
Zijn ezel loopt achter hem aan en sleept een kleine houten caravan met zich mee.
Het is een trouwe ezel en een mooie caravan, die versiert is met sterren en kleine poortjes als ramen,
in die poorten lopen kleine houten poppetjes in rondjes .
Het lijkt alsof ze dansen, op podiums met duizelingwekkend mooie achtergronden.
Dit is het rijdende huis van de betoverde verhalen verteller.
Zijn gezicht is behaard en je ziet onder de kap van zijn mantel alleen zijn gloeiende blauwe pret oogjes schitteren in de zon.
Zijn mantel is lang en sleept over de grond, zijn rechter mouw is afgescheurd en zijn arm verbergt hij onder een laag verband in een mitella.
De wachter, die aan de voet van de berg de poort naar de stad bewaakt, houd de oude man staande en vraagt deze vreemde reiziger om zijn papieren.
De man gebood zijn ezel stil te staan en dat deed deze.
Toen ging hij zitten op een grote steen lang de weg en zei tegen de bewaker, "Als ik zonder papieren de stad niet binnen kom kan ik u dan misschien een mooi verhaal vertellen? ik zal hier toch nog wel even door brengen om te rusten na mijn lange reis."
De wachter zag hier geen kwaad in en stemde toe, zijn baas was doorgaans toch best saai.
Hij stak zijn zwaard in de grond en ging er met zijn rug tegen aan zitten.
De oude man haalde zijn verbonden arm uit de mitella, er kwam een fel licht van de hand van de oude man. Het laatste wat de wachter zag was de blauwe gloed van zijn ogen, voor hij door een poort in de hand van de verteller in een andere dimensie viel, waar hij de hoofd rol zou spelen in een avontuurlijk helden verhaal.
Een betoverd verhaal dat vertelt zou worden op het stadsplein, waar de oude man aan het eind van de middag de gehele stad bijeen had om het aan te horen.
Hij plaatste een kijkdoos op een kleine verhoging en opende de gordijntjes aan de voorkant met een magische beweging van zijn rechterhand.
De doos kwam tot leven en liet een schildwachter zien die een draak bevocht.
De draak vloog op van uit de doos en spuwde grote ballen van vuur.
Jasper, een brave leerling op de school in het dorp, stond met grote ogen te kijken naar dit spektakel.
De magische kijkdoos vertoonde nu een verslagen draak en een held die het hoofd van de draak vast hield.
dit zou hij brengen naar de koning van de stad boven op de berg, die vanuit de verte dichterbij leek te komen.
Met één magische beweging van de hand van de oude man stond deze drakendoder in het midden van een drukke straat in deze stad.
daar links stond een bakker in de raam opening van zijn winkel, met een versgebakken taart nog in zijn handen.
De bakker leek erg veel op Joost, de bakkersknecht uit Jaspers dorp.
Die naast hem woonde tegenover het huis van Paulina de bloemist.
Die trouwens heel erg leek op de bloemist die nu in de kijkdoos stond.
Jasper keek nog maar eens om zich heen, waar zijn de bakkersknecht en de bloemist eigenlijk.
Nu had hij het door, maar was het niet al te laat?
Hij zag een voor een alle mensen op het dorpsplein langzaam verdwijnen en dan weer verschijnen in het verhaal dat werd verteld door die tovenaar.
Hij wilde het op een rennen zetten, hij wou dat dit een droom was.
Hij keek nog een keer voor zich in de richting waar eens de oude man stond.
Nu stond daar een ridder met een draken hoofd in zijn hand.
En hij? Hijzelf zat plotseling op een troon van goud, met een staf in zijn handen en een kroon op zijn hoofd.
Hij was plot een koning geworden, die in de kijkdoos leefde.
De oude magiër droeg de doos weer naar de caravan en bond zijn ezel er weer voor.
Het was tijd om te vertrekken, op weg naar de volgende stad.
zaterdag 10 november 2012
denk even na voor je je zo druk maakt om niets
Fijn dat jij dat leuk vind,
je zo gedragen voor mijn neus.
Todat mijn gedult er op zit
en ik je verpletter, zei de reus.
Maar wat lul je nou,
blafte de blije hond.
Ik dartel en ik kwispel speciaal voor jouw,
jij veelste grote mopperkont.
je zo gedragen voor mijn neus.
Todat mijn gedult er op zit
en ik je verpletter, zei de reus.
Maar wat lul je nou,
blafte de blije hond.
Ik dartel en ik kwispel speciaal voor jouw,
jij veelste grote mopperkont.
Abonneren op:
Posts (Atom)